
BRL 9321: Industriezand en (gebroken) industriegrind
Ontvang een offerte op maat
Inhoud beoordelingsrichtlijn
De BRL 9321 Industriezand en/of (gebroken) industriegrind is gericht op zand en grind dat bedoeld is voor ongebonden toepassing op de bodem, en dat daarom moet voldoen aan de wettelijke eisen van het Besluit bodemkwaliteit.
De BRL 9321 leidt tot een NL BSB productcertificaat, een erkend bewijsmiddel in het kader van het Besluit bodemkwaliteit.
Voor wie?
Dit productcertificaat is geschikt als u een leverancier bent van industriezand en/of (gebroken) industriegrind.
Processtappen
Om industriezand en/of (gebroken) industriegrind onder deze beoordelingsrichtlijn te kunnen certificeren dient het afkomstig te zijn van een industriële winning, waarbij het materiaal wordt gewonnen of vrijkomt in een beheerst proces. Het materiaal moet een natuurlijke herkomst hebben en uit een "ongeroerde" bodem komen.
Deze beoordelingsrichtlijn is niet bedoeld voor:
- materiaal dat vrijkomt bij werken van sanering of onderhoud van (water)bodem.
- materiaal dat een bewerking heeft ondergaan anders dan scheiden, wassen of breken.
- hergebruikt materiaal
- klei, teelaarde, materiaal afkomstig uit deklagen (zie BRL 9335 Grond), alsmede steenslag geproduceerd uit groevesteen (zie BRL 9324 Groevesteen).
Toelatingsonderzoek
Het toelatingsonderzoek voor het productcertificaat bestaat uit de volgende onderdelen:
- beoordeling van het kwaliteitssysteem van de producent: de certificatie-instelling verifieert of het kwaliteitssysteem voldoet aan de gestelde eisen en beoordeelt de doeltreffendheid en juiste toepassing;
- beoordeling van het geologisch dossier;
- beoordeling van het product met betrekking tot de eisen die het Besluit bodemkwaliteit stelt aan "grond", waarbij onderscheid wordt gemaakt in kwaliteitsklassen.
Verificatieonderzoek
Het verificatieonderzoek omvat de onderdelen, waarbij slechts één partij wordt onderzocht (overeenkomstig de productiecontrole).
In de volgende gevallen kan worden volstaan met een verificatieonderzoek:
- na een productiestop van een certificaathouder;
- bij clustering indien (historische) gegevens beschikbaar zijn van het te winnen materiaal, bepaald overeenkomstig het Besluit bodemkwaliteit;
- na verplaatsing van een winwerktuig naar een ander wingebied waarvan gegevens beschikbaar zijn waaruit blijkt dat aan de eisen wordt voldaan.
Controle door de certificatie-instelling
Na toekenning van de kwaliteitsverklaring zal er periodiek controle plaatsvinden door de certificatie-instelling. Jaarlijks worden 2 controlebezoeken gebracht. De audits worden indien mogelijk gecombineerd met audits vanandere BRL-en, waaronder BRK 2502, CE markering over voor buitenlandse certificatie schema's.
Geldigheidsduur kwaliteitsverklaring
De geldigheidsduur van de kwaliteitsverklaring is onbeperkt, tenzij in het certificatiereglement van de certificatie-instelling een andere geldigheidsduur is voorgeschreven. De certificatie-instelling stelt bij voortduring op basis van de resultaten van de periodieke beoordelingen vast of het certificaat kan worden voortgezet of niet.
BRL 9335: Grond
BRL 9335 NL-BSB beschrijft de werkwijze bij het samenvoegen, beheer van partijen grond en grondstromen, alsmede de kwalificatie van (gereinigde) partijen en/of grondstromen grond en baggerspecie conform het Besluit bodemkwaliteit.

BRL 2502: Korrelvormige materialen met een volumieke massa van ten minste 2000 kg/m3
De beoordelingsrichtlijn BRL 2502 beschrijft de certificatie van de civieltechnische eigenschappen voor korrelvormige materialen met een volumieke massa van ten minste 2000 kg/m3, voor toepassing in onder andere mortels, beton en asfalt.

EN 13242: Toeslagmaterialen voor civieltechnische- en GWW werken
EN 13242 Betreft de certificatie van Toeslagmaterialen voor ongebonden en hydraulisch gebonden materialen voor civieltechnische- en wegenbouw

BRL 9313: Zand uit dynamische wingebieden
In de BRL 9313 worden aan het zand eisen gesteld met betrekking tot de milieutechnische specificaties voor grond en baggerspecie, in het kader van het Besluit bodemkwaliteit. De milieuhygiënische kwaliteit van het zand wordt getoetst aan de achtergrondwaarden voor grond.

EN 12620: Toeslagmaterialen voor beton
Wilt u een CE-markering verkrijgen over uw product? Bent u een producent van toeslagmaterialen voor beton? Dan zit u hier goed! U bent namelijk wettelijk verplicht deze CE-markering te bezitten. Deze Europese norm voor bouwproducten beschrijft eisen aan producten die worden toegepast als toeslagmaterialen en vulstoffen.

K240: Zand en grind voor de drinkwaterproduktie
K240 betreft de certificatie van zand en grind voor de drinkwaterproduktie

BRL 9341: Steenachtige substraten (boomgranulaat/ daktuinsubstraat)
BRL 9341 betreft de certificatie van steenachtige substraten (boomgranulaat/daktuinsubstraat)

BRL 9326: Schelpen
BRL 9326 Schelpen

BRL 9317: Poreus gesteente van vulkanische oorsprong
De beoordelingsrichtlijn BRL 9317 heeft betrekking op de milieuhygiënische kwaliteit van "poreus gesteente van vulkanische oorsprong" zoals lava- en tufstenen, Bims en Flugsand. Deze materialen worden o.a. toegepast als ophoog- en aanvulmateriaal, als wegfundering en in drainagetoepassingen voor onder andere wegen, dijken, containervelden in de tuinbouw en verhardingslagen onder sportvelden.

BRL 9315: De milieuhygiënische kwaliteit van geëxpandeerde kleikorrels voor ongebonden toepassing
BRL 9315 beschrijft de werkwijze bij het certificeren van geëxpandeerde kleikorrels voor ongebonden toepassing. In de beoordelingsrichtlijn zijn alle relevante eisen opgenomen met betrekking tot de milieuhygiënische eigenschappen van geëxpandeerde kleikorrels zoals in deze het Besluit bodemkwaliteit zijn gesteld.
